Afdrukken
9 februari 2011

Patstelling in VBC's over vangst schubvis

In vrijwel alle Visstandbeheercommissies (VBC's) heerst momenteel een patstelling over de onttrekking van schubvis. De beroepsvisserij wil graag meer schubvis vangen, terwijl de sportvisserij daar fel op tegen is. Cruciaal is dat er geen betrouwbaar systeem bestaat om de onttrekking van schubvis in kaart te brengen. De Tweede Kamer heeft Henk Bleker, staatssecretaris voor visserij, hierover vragen gesteld. De Combinatie van Beroepsvissers vraagt Bleker de invoering van registratie van de schubvisvangst te ondersteunen, bij zowel sport als beroep.


De problemen rond de onttrekking van schubvis zijn urgent, meent de Combinatie van Beroepsvissers (CvB). Dit blijkt ook uit het oordeel van Rijkswaterstaat over de visplannen van veel VBC's voor de staatswateren. Rijkswaterstaat constateerde dat de visplannen onvoldoende gegevens bevatten over de onttrekking van schubvis. Daardoor kan niet worden beoordeeld of de visserij duurzaam plaatsvindt. Rijkswaterstaat merkt op dat de visplannen in 2011 wel gegevens over de onttrekking van schubvis dienen te bevatten.


Welles-nietes-discussie

snoekbaars

Sportvisserij en beroepsvisserij zijn het in de VBC's niet eens geworden over de wijze waarop de onttrekking van schubvis in kaart is te brengen. De sportvisserij in de VBC's bestempelt de onttrekking van schubvis door de sportvissers als vrijwel verwaarloosbaar.
Dit is volgens de CvB niet het geval. De snoekbaars is immers een smakelijk en daardoor zeer gewild product, met name bij sportvissers. Zij mogen per dag 2 snoekbaarzen meenemen. Een eenvoudige rekensom leert dat er – uitgaande van bijna 2 miljoen sportvissers – via de sportvisserij jaarlijks vele honderdduizenden kilo's snoekbaars voor consumptie worden meegenomen. Door het ontbreken van een registratiesysteem zijn precieze gegevens niet beschikbaar.

In veel VBC's is over de benutting van schubvis een welles-nietes-discussie ontstaan. De sportvisserij is tegen uitbreiding van de schubvisvangsten van beroepsvissers. Ze stelt dat de beroepsvisserij al zo veel op schubvis vist, dat verder uitbreiding de vangstmogelijkheden voor de sportvissers in gevaar zou brengen. De beroepsvisserij vindt dat het wel degelijk mogelijk is extra schubvis te onttrekken op een wijze die duurzaam is en de belangen van de sportvissers niet schaadt. Het meningsverschil leidt tot een patstelling die al het werk van de VBC's bemoeilijkt.

Het ministerie van EL&I heeft regelmatig contact met Sportvisserij Nederland en de CvB. In deze contacten is deze patstelling herhaaldelijk aan de orde geweest. De CvB begrijpt daarom niet dat staatssecretaris Bleker in zijn antwoord op de Kamervragen concludeert dat hem "niet gebleken is dat het ontbreken van een registratiesysteem een obstakel zou zijn". De feiten tonen immers het tegendeel aan.
Lees antwoord Bleker op de Kamervragen (pdf, 53 KB).


Zelf verantwoordelijkheid dragen

De CvB vraagt geen bemoeienis van Bleker met de organisatie en uitvoering van een onttrekkingsregistratie. Dat is en blijft het werk van de VBC's. Wel vraagt de CvB aan de staatssecretaris zich duidelijk uit te spreken voor een betrouwbare onttrekkingsregistratie, voor zowel de beroepsvisserij als de sportvisserij. De organisatie vraagt ook de toezegging dat het ministerie van EL&I de ontwikkeling en invoering van een betrouwbaar systeem mogelijk maakt.
Deze benadering past geheel in de visie van staatssecretaris Bleker, denkt de CvB. De beroepsorganisatie verwijst naar zijn interview met De Volkskrant van zaterdag 29 januari jl. In dat interview zegt de staatssecretaris dat hij "de verantwoordelijkheid voor natuur en landschap weer bij de mensen in de streek wil neerleggen". En dat is nu precies wat beroepsvissers ook willen: sport- en beroepsvissers die via de VBC's zelf verantwoordelijkheid dragen voor de visstand in het eigen viswater.


Duurzame visserij

De CvB hecht grote waarde aan het realiseren van een duurzame visserij door sportvissers en beroepsvissers op de binnenwateren. Bij de visserij op aal gebeurt dat al via het Nederlands aalbeheersplan. Alle beroepsvissers dienen daartoe sinds begin 2010 hun aalvangsten door te geven aan het ministerie van EL&I.
Daarnaast heeft de beroepsvisserij in samenwerking met de palinghandel en de palingkweek zelf het initiatief genomen een keurmerk te ontwikkelen voor duurzame aal. Dit leidde tot de oprichting van de Stichting DUPAN (Duurzame Palingsector Nederland). De palingsector heeft via DUPAN tevens een aalherstelfonds ingesteld om activiteiten ter verbetering van de aalstand te financieren.
Op eenzelfde manier wil de CvB ook voor de overige vissoorten in de binnenwateren aan een duurzame visserij werken. Een eerste vereiste daarvoor is een betrouwbaar systeem voor onttrekkingsregistratie van schubvis, benadrukt de organisatie. In tegenstelling tot wat de staatssecretaris stelt in zijn antwoorden aan de Tweede Kamer, is geen enkele VBC erin geslaagd om een dergelijk systeem te ontwikkelen.