Afdrukweergave

30 juli 2009

Noodkreet aan Balkenende

De Nederlandse palingvissers hebben vandaag (30 juli 2009) een noodkreet gestuurd aan premier Balkenende. Aanleiding is het vangstverbod van drie maanden dat minister Verburg wil instellen. Daardoor worden vele familiebedrijven 'om zeep geholpen', nadat ze veelal generaties lang hun brood in de visserij hebben verdiend. Dat lijkt in Nederland anno 2009 niet mogelijk, maar het is wel zo. Vandaar dat een sector in doodsnood zich ten einde raad tot de premier heeft gericht.

Op 22 januari van dit jaar hebben de palingvissers aan LNV en de Tweede Kamer een door de sector zelf ontwikkeld aalherstelplan aangeboden. Een uitgewerkt plan waarbij de leden van de Combinatie van Beroepsvissers zich er garant voor hebben gesteld, dat een extra hoeveelheid van 50.000 kilo schone vrouwelijke schieraal de reis naar de Sargassozee zou kunnen aanvangen om zich daar voort te planten. De Tweede Kamer heeft dit plan gebruikt als basis voor de op 26 maart jl. aanvaarde motie Koppejan c.s. Daarmee  garanderen palingvissers dat gegarandeerd een extra hoeveelheid van 157.000 kilo volwassen aal in zee zou worden uitgezet.

In een brief aan de Tweede Kamer van 14 juli j.l. geeft minister Verburg aan dat zij, naar aanleiding van een advies van de organisatie van internationale marine biologen (ICES) en een gesprek met Europees Commissaris Borg, heeft besloten het aalherstelplan van de Nederlandse binnenvissers niet te verdedigen. In plaats daarvan wil zij alsnog een vangstverbod van drie maanden instellen.

De argumentatie die Verburg nu aanvoert om de motie Koppejan c.s. niet uit te voeren is zwak. En dat terwijl deze minister in andere situaties, zoals bij de problemen tussen mosselvissers en natuurorganisaties in het Waddengebied, wel degelijk alles uit de kast wist te halen om een oplossing te bereiken.

Als een sector beslist niet wil meewerken aan het herstel van een vispopulatie, dan is denkbaar dat een minister ten einde raad het desastreuze middel vangstverbod uit de kast haalt. Hier is de situatie juist andersom. De sector heeft, aangemoedigd en gesteund door de meerderheid van Tweede Kamer, zelf het voortouw genomen.

De wijze waarop de minister van LNV met Brussel heeft onderhandeld, roept volgens de palingvissers veel vragen op. Heeft zij werkelijk het unieke aansprekende plan van haar eigen visserijsector met verve verdedigd, of gebruikt zij het ICES-advies en het persoonlijk gesprek dat zij met Eurocommissaris Borg heeft gevoerd, om terug te vallen op haar 'oorspronkelijke' plan van het vangstverbod?

Van belang is dat de uiteindelijke beoordeling van het nu door Verburg gewijzigde plan pas zal plaatsvinden in de tweede helft van september a.s. Er is dus nog ruimte om bij de Europese Commissie te pleiten voor een effectief en controleerbaar herstel van de palingstand middels het vangen van 157.000 kilo volwassen paling en deze uit te zetten in zee, waar ze zich kunnen voortplanten.

Gezien de uitzichtloze situatie waarin de Nederlandse palingvissers terecht dreigen te komen door het besluit van minister Verburg, doen zij een klemmend beroep op premier Balkenende om in deze een bemiddelende rol te vervullen.