Afdrukweergave
29 augustus 2010

Beroepsvissers willen kreeften- en krabbenvallen gebruiken

kreeftenkooi

Beroepsvissers willen graag de mogelijkheid krijgen om op de binnenwateren met kreeftenvallen en krabbenvallen te gaan vissen. De Combinatie van Beroepsvissers (CvB) bepleit dat deze vallen in de Visserijwet erkend worden als geoorloofd vistuig.

Nu werken de beroepsvissers noodgedwongen op veel plaatsen met fuiken om wolhandkrab en rivierkreeft te vangen. Hun bezwaar is dat fuiken met name op de kleinere wateren, zoals poldersloten, vaak arbeidsintensief en onhandig zijn. Ze zijn bovendien gevoelig voor stroperij en vandalisme.

Zodra de vallen in de Visserijwet zijn opgenomen, zal het gebruik van deze vallen voorbehouden zijn aan vissers die op de lijst van het ministerie van LNV staan. De CvB vindt dat het recht om de vallen te gebruiken automatisch gekoppeld moet zijn aan het aalvisrecht of het volledig visrecht van de beroepsvisser in het betreffende water.

Op wateren waar de visrechten niet bij een beroepsvisser liggen, kunnen verhuurders (zoals waterschappen en gemeentes) of huurders (zoals organisaties van sportvissers) beroepsvissers inschakelen om toch het bestand aan uitheemse krabben en kreeften te verlagen.

Het ministerie van LNV organiseert op 1 oktober 2010 een bijeenkomst ter voorbereiding van deze wetswijziging.

 

wolhandkrab-val